ECHA

Veilig gebruik van chemische stoffen wordt op Europees niveau gereguleerd door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Dit agentschap staat garant voor regels die van belang zijn voor volksgezondheid, milieu, innovatie en concurrentievermogen in Europa.

 

De taken van ECHA zijn:
  • Samenwerken met internationale organisaties en belanghebbenden om de veiligheid bij het gebruik van chemische stoffen te verhogen.
  • Informatie geven over chemische stoffen en het veilig gebruiken ervan via een gratis toegankelijke database.
  • Samen met de Europese Commissie en de EU-overheden nagaan welke stoffen eventueel gevaar kunnen opleveren en besluiten nemen over het risicobeheer op EU-niveau.
  • Zorgen voor meer innovatie in de chemische industrie door het vervangen van stoffen die gevaar kunnen opleveren.

 

De structuur van ECHA

De directeur van ECHA is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. Hij of zij legt verantwoording af aan de raad van bestuur die bestaat uit vertegenwoordigers van:

  • alle EU-landen
  • de Europese Commissie
  • het Europees Parlement
  • de belanghebbenden

In de raad van bestuur zijn ook enkele waarnemers uit Noorwegen, IJsland en Liechtenstein opgenomen.

 

Werkwijze van ECHA

ECHA reguleert het vermarkten van chemische stoffen en biociden. Het behandelt de industriële dossiers over chemische stoffen en gaat na of deze vallen binnen het kader van de wetgeving. Samen met de EU overheden richt ECHA zich speciaal op de meest gevaarlijke stoffen. Om daar waar nodig de risico’s te beperken, met als doel mens en milieu te beschermen. Afhankelijk van het onderwerp neemt ECHA zelf beslissingen of brengt het advies uit aan de Europese Commissie.

ECHA werkt samen met een honderdtal erkende belangenorganisaties uit de EU en verleent gericht steun aan kleine en middelgrote ondernemingen.

 

Wie is gebaat bij ECHA?

Dankzij ECHA lopen mens en milieu minder kans op blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen.

– Zo kunnen consumenten bijvoorbeeld informatie krijgen over gevaarlijke chemische stoffen in de producten die zij kopen.
– Verder worden werknemers en anderen die met chemische stoffen werken goed en zorgvuldig geïnformeerd over de risico’s en de meest veilige manier van werken.
– De industrie krijgt de mogelijkheid om zich gemakkelijker aan de wetgeving te houden. Daarbij worden bedrijven gestimuleerd tot een innovatieve insteek, door de meest gevaarlijke stoffen geleidelijk aan te verbieden.
Ontwikkelingslanden tenslotte, worden gedegen geïnformeerd hoe zij veilig kunnen omgaan met gevaarlijke chemische stoffen.